Het plan "Tekstwevers" behelst het blootleggen van de Tilburgse identiteit aan de hand van geschreven bijdragen van de inwoners uit de stad. In de periode waarin Tilburg Textiles 2011 plaatsvond, dook op gezette tijden het markante Tekstorgel 'Madeleine', ontworpen en vervaardigd door beeldend kunstenaar Maarten Fleuren. Het tekstorgel vormde de uitvalsbasis voor de Tekstwevers. Zij zetten de mensen gericht aan tot het doen van uitspraken over hun bestaan en de stad in het bijzonder. In ruil voor hun bijdrage, hun "taaldraad", kregen de deelnemers een keramische handreiking, vervaardigd door beeldend kunstenaar Ceciel van der Weide.
Het Tekstorgel stond op de jaarlijkse Meimarkt; de dagmarkt op het Wagnerplein; op de kermis tijdens Roze Maandag; op de informatiemarkt tijdens de studenten introductieweek TIK; en op de boekenmarkt 'Boeken rond het Paleis'.
De deelnemers noteerden hun "taaldraden" op een formulier. In de taal waarin ze zich het best konden uitdrukken: Nederlands, Marokkaans, Turks, Pools, Spaans, Yoruba, Ethiopisch, Hongaars of in een dialect.
De taaldraad die de kop vormt van deze bladzijde werd ingeleverd door een tweetalig (sic) meisje van twee.Het Tekstorgel wordt ontworpen door beeldend kunstenaar Maarten Fleuren. De vormgeving van de T-shirts wordt verzorgd door typograaf en grafisch vormgever Sander Neijnens. De gedichten worden gesmeed door dichter Nick J. Swarth. Algehele organisatie is in handen van Henk Verhoeven van de Tilburgse Kunststichting.
|
De taal ontpopt zich als een teken van diversiteit, maar ook van mogelijke miscommunicatie en onbegrip. Om de losse, afzonderlijke lijnen te verbinden en een waar weefwerk tot stand te brengen werden daarop poëtische technieken ingezet. Door op ingenieuze wijze teksten te combineren werden door dichter Nick J. Swarth uit de flarden oorspronkelijke, typisch Tilburgse teksten gesmeed: ‘Nieuwe Teksten voor Tilburg’.
Vijf van de op deze wijze ontstane vijftien gedichten belandden op T-shirts. Voor de slotmanifestatie, op 23 oktober 2011 in het Tilburgse Factorium, werd iedereen die een tekst aanleverde uitgenodigd. Mensen wier tekst belandde op een T-shirt, kregen hiervan een exemplaar. Het werd een ongekend treffen van lieden uit alle geledingen van de samenleving, een gelegenheid om kennis te maken met je ‘medeschrijvers’, die met hun tekst deel uitmaken van ‘jouw’ gedicht - een versterking van het sociaal weefsel.
Ook tijdens de afsluiting van Tilburg Textiles, 29 oktober 2011, werden de teksten gelezen en de T-shirts getoond. |
Tekstwevers | Nieuwe Teksten voor Tilburg
Fragmenten uit de toelichting door X-burger Swarth
"Dichten zou je kunnen typeren als het teweegbrengen van verbazing of verwondering door middel van taal. In de traditionele opvatting over poëzie gold eenheid van inhoud en vorm als het hoogste goed. De kwaliteit kon worden bepaald door te toetsen in welke mate de bard beeld, rijm, ritme en klank tot één, meestal in zichzelf besloten geheel wist te smeden.
De 20e eeuw bood ruimte aan een andere vorm van poëzie, gekenmerkt door een vrije versvorm en het dikwijls associatief aaneenschakelen van woorden en beelden. Deze vorm doet recht aan de moderne tijdsgeest, met zijn toenemende schaalvergroting en aan flexibiliteit gekoppelde complexiteit. Het gedicht ‘The Waste Land’ (Braakland) van T.S. Eliot, geschreven in 1922, geldt als een mijlpaal in dit genre. In het Nederlands taalgebied was het elan beperkt. Tekenend is
de blinde vlek van bloemlezers als Komrij en Warren. Van de Vijftigers en dichters als Paul van Ostayen en Sybren Polet worden gewoonlijk de beter verstaanbare, op traditionele leest geschoeide verzen geserveerd.
"Deze bescheiden uitweiding mag gelden als een introductie op de Nieuwe Teksten voor Tilburg. Als je een dikke 600 mensen een zin laat inleveren en je gaat vervolgens uit die zinnen teksten componeren, dan ontstaan er vanzelfsprekend geen gedichten waarin één specifieke gedachte wordt uitgewerkt. Ook ontbreekt een verhalend karakter, al wordt er op dat vlak wel veel gesuggereerd. Evenmin zijn de teksten gesloten. Integendeel. Deze gedichten zijn, wat je zou kunnen noemen, ‘lopende’ gedichten. Zin reageert op zin, idee op idee. Elke nieuwe zin is als het ware een stap. De afzonderlijke bijdragen weten zich in een aantal teksten verbonden door thema’s. Kleuren regeren de ‘Bontgevlekte boa’, dieren de ‘Arke Noë’.
‘Als ’t even niet loopt’ is een klaagzang of litanie. ‘Grote Smurf in een string’ verlaat zich op zogeheten ‘truisms’, waarheden als koeien.
"Het woord is verregaand gedemocratiseerd. “Alle Wörter werden Brüder,” schreef Paul Rodenko in de inleiding van zijn bloemlezing ‘Nieuwe griffels, schone leien’ (1954). Verheven ideeën staan broederlijk naast absurditeiten in dialect of spreektaal. Er is ruimte voor verschillende talen en zelfs verschillende schriften. (...)
Ook is er ruimte voor zegswijzen en citaten, gekend of obscuur, lokaal of internationaal. In de laatste categorie valt de vertaling van een van de slogans van mei ’68: ‘Onder het plaveisel het strand’ (‘Sous les pavés la plage’). Het motto bepleit een creatieve omgang met de omgeving. Als je verder kijkt dan je neus lang is, ontdek je een zandstrand onder de grootsteedse steenmassa’s. Het is al vaak geciteerd en neigt daardoor naar een zekere oubolligheid. In de tekst ‘Selamat jalan, goede reis’ belandt het in een nieuwe context, waardoor het een nieuwe lading krijgt en weer opleeft.
"Het moge duidelijk zijn, dat de gevolgde werkwijze een flinke dot willekeur insluit. Zo is de zin “Als de kater maar poeslief is” beland in het gedicht ‘Op poeslieve katers’. Hij had evenwel ook kunnen belanden in het dierengedicht ‘Arke Noë’. Als een gedicht een pas op de plaats maakt, is het einde zelden een conclusie. Eerder is het willekeurig. Er zouden eenvoudig zinnen kunnen worden toegevoegd. In die zin zijn de teksten niet af. Ze zijn evenmin verklarend. Ze laten slechts facetten zien en naar hun rijkdom raden. Ze bieden alles, maar bevestigen niets. Hier treedt een aspect aan het licht, dat we met enige goede wil typisch Tilburgs kunnen noemen. Tilburg geniet enige faam als voedingsbodem voor absurdisten. Absurdistische teksten neigen tot het beamen van (de eigen) betekenisloosheid. In tegenstelling tot bijv. religieuze teksten, die juist trachten zin te geven. Het absurde karakter van deze Nieuwe Teksten voor Tilburg werd gevoed door de specifieke opzet van het project, waarin een grote rol is weggelegd voor het toeval; door een flink aantal afzonderlijke bijdragen; en last but not least door de artistieke identiteit van de samensteller, ondergetekende.
"De Nieuwe Teksten voor Tilburg vormen een vitale, speelse parade van frases die elkaar omhelzen of juist afstoten, waarbij de som doorgaans groter is dan het geheel der delen. Deze parade danken we aan al die Tilburgers en toevallige bezoekers van de stad die de moeite namen om een ‘taaldraad’ bij te dragen. (...)
Een veelheid aan stemmen, gedachten en culturen klinkt door in deze vijftien gedichten. Ze passen bij het hedendaagse Tilburg, bij de stad die zich aan zijn enigszins grimmige industriële verleden heeft weten te ontworstelen, en waarin de kruikenzeiker niet langer een gedwee bleek schlemieltje is, maar een kleurrijke mens van deze tijd, gewend aan open structuren en diversiteit." |