Go to the home page
Curicullum Vitea Go to the projects Publications On stage and in the theater On Betonfraktion On Shabby Art  
 

agendaContact Mr SwarthSwarth auf deutschSwarth in English

 

 

 

 

 

 

top

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

top

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

top

Go to the agenda  

Een half gegraven kuil op een stukje grond naast een begraafplaats. Grafdelver graaft in de aarde, verwijdert stenen en puin.

Wie z’n graf ?
Ik hier graaf ?
Het zijne, vriend, het zijne.

Zet de spade in de grond, graaft en zingt.

# I’m digging you a shallow grave | And to the sun your face shall raise
# I’m digging you a shallow grave | One hundred buzzards buzzing
# O, everyone will see, yes, | and everyone wil know, that boy, you reap what you sow

Hé, een kever…

Tikt met vinger tegen onzichtbare kever, graaft dan door, al pratend.

grafdelver

Er was eens een kever.
Een mooie kever was het niet, eerder een schrale.
4 cilinder luchtgekoelde boxermotor,
34 PK, 1192 cc, 115 kilometer per uur max.
760 kilogram KdF, Kraft durch Freude!

En hij was van een oom.
Wij hadden een vader en een moeder en een huis met een tuin.
Maar geen kever, geen auto, niets.
Dus als er een oom kwam, een oom met een auto, dan wilden wij in die auto.
‘Een rondje rijden’ heette dat.
En dan maar net zo lang zeuren tot je je zin kreeg: ‘Mogen we mee, mogen we mee, mogen we mee, mogen we mee?’

 

Imiteert toegeeflijke doch geïrriteerde oom:
Jaa-haaa!

Wij in de auto, en hup – en route!
Denkend aan Holland zie ik brede rivieren…
Fuck die rivieren! We gaan rijden! Een rondje rijden!
Stad, land, ons is het eender – rijden, rijden!

Stapt uit kuil, op zandberg, richt zich tot publiek.

De kever was niet onze favoriete auto.
De kever stonk.
De kever stonk – man, wat stonk dat ding!
Alsof er een in benzine gedrenkte poetslap over je hoofd lag.

 

Een ‘rondje rijden’ werd ook een rondje spuwen, zo nu en dan.
Ik bedoel: fatsoenlijk ademen met een poetslap over je harses, heel fijn… Maar… elke auto was er één, ook de stinkende kever.

Nou kom ik laatst die gast tegen.
Die stadsdichter, hoe heet-ie, van jullie stadje.
En ik vertel hem dit verhaal, het verhaal van de kever, zegt die gast – beetje in de jaren zeventig blijven steken, denk ik – zegt die gast: Denkend aan Tilburg zie ik noeste kevers pruttelen door de onttakelde stad, gestript van fabrieken en nijverheid, een en al kaalslag en naargeestige ruïnes – duivelspact tussen troosteloosheid en toekomst.

 

Woh! Hohow…
Dat stinkende ding?!
De toekomst van Tilburg?
Rot op, man.

Luister, zegt ie, luister: ruik je het?
Ruik ik het?

Steekt zijn neus in de lucht en ademt diep in.
Nee.
Wat valt er te ruiken?
Tot het publiek.
Jullie misschien? Ruiken jullie het?
Nee.

Precies!
Een niet onaangename, niet al te sterke, wat vage lucht.
Is mooi toch, in de schoonste stad van het land?
Lekker fris.
Luister, zegt ie, luister.
Voordat je vijf meter van deze plek bent verwijderd, ben je hem vergeten.

Nu die kever.
Je stapt in & BAF!
Een harde, schrale, intimiderende lucht.
Je bent je meteen bewust van de ruimte, van je aanwezigheid in die ruimte.
Is ook niet vanzelfsprekend, die aanwezigheid.

Het stinkt hier
(wat doe ik hier)
het stinkt hier
(waarom ben ik hier)
het stinkt hier
(wat moet ik hier).

In een nare omgeving is het leven niet vanzelfsprekend.
In een nare omgeving is het leven als een… een kunstgebit in de schedel van een dooie: hap, hap, hap… – maar waartoe: hap, hap, hap?
Aan de andere kant: als het dan toch niet uitmaakt, dan kun je er net zo goed je tanden stevig inzetten.
Ik bedoel: in wat dan ook, maakt niet uit.
Want je hebt niets, maar dan ook helemaal niets te verliezen. Wat een ruimte, wat een besef !

Legt schop op linkerschouder, handvat boven.

Luister, zegt ie, luister: alle andere auto’s, alle andere luchten – vergeten.
Maar niet de kever, niet de stinkende kever.
En als ik aan de toekomst van Tilburg denk, denk ik, nee, verlang ik naar die kever.
Ik zeg, ik zeg: hoezo, hoezo?

Legt schop dwars over de schouders, armen over de steel.

En die gast, die stadsdichter begint me daar een partij te ronken (ôh-hô-hô).

Laat mijn stadje zichzelf ruiken in al haar spleten en kieren, niets is haar te dol, te schraal, lindebloesem en oud zweet.
Laat mijn stadje koesteren haar kunstgebitten en protheses.
Laat haar bijten in uw kind en er genadeloos op kauwen, graten spugend in hoeken en holtes.

Behoud de harde, schrale, intimiderende lelijkheid.
Wat mooi is, is af.
Mooi is ongenaakbaar en zelfgenoegzaam, schoonheid een slaapverwekkende schone slaapster.

Ah, laat mijn kruikenzeiker gekust worden door een prins met een bochel en een hazenlip.
Laat hem de ogen opslaan en zijn als Manneken Pis, en pissen, onvervaard, in de smoel van moeder aard.
Laat mijn stad zijn van de honden, van de kraaien en de lijken.
Laat mijn stad zijn als een lichaam na een roofoverval, in shock, getergd, alert.
Behoud de lelijkheid, behoud de hardheid!
BEHOUD DE HARDHEID, BEHOUD DE LELIJKHEID.

Verstilling. Grafdelver staart peinzend in de verte.

Nou-ou-ou…
Stadsdichtertje…
Het is jouw begrafenis.

Zet zich weer aan het graven, hervat lied.

# I’m digging him a shallow grave | And to the sun his face shall raise
# I’m digging him a shallow grave | One hundred buzzards buzzing

Voor uw teerbeminde stadsdichter: een ondiepe kuil.
We duwen hem erin, zand erover en vergeten.
‘Hier ligt Swarth, aan maden ten prooi, de spotzieke kop eindelijk in de plooi.’

Maar jullie, zijn jullie eigenlijk uitgenodigd?
Dacht het niet.
Bij de dienst? Bij de koffietafel?
Niks worstenbrood, niks koffie, niks jonkie.
Wegwezen! Vort!
Dit is zijn graf!
Zoek er zelf een…
Wegwezen! Vort!

Graaft onverstoorbaar voort.

 
  top  
     
    SWARTH.NL // Home | Curriculum Vitae | Agenda | Contact // JUNGLE // Index | BETONFRAKTION | Swagemakers Swarth
Uitgeschreven Ruimte | Gentleman Fight Night (video) | Horror Vacui (project) | On-Site Poetry | Plekgedichten | Tekstwevers
Janine Ensslin
Embedded in Helmond | Ringtones | Stadsdichter X-burg | Writer-in-residence Yang // IN DRUK // Index | 1980 - Ik, de zelfzuchtige aap
1980 - De plasser paradox | Iconizer | Mijn Onsterfelijke Lever | Mondo Manga | Horror Vacui (catalogus) | Naked City Poems
De Napalmsessies | Het Pikkie met de Kale Wup | Kaka, Kuus & Knikker | Vier Zure Zultsculpturen
THEATER // Index | En nagellak is mijn wapen | Kleurrijke Kerst Klucht - KKK | De Zwijnsknuppelaars | De Meester van Mondo
Manga
| Mondo Manga / Outspoken Word | Grafdelver | Feuilleton TCB | Kleine Fijne Ik | De vermorzeling van Hipkip Dildo
Ich war die Krawatte von Prinz Claus
| Sterrevinks Kledij // SHABBY ART // Shabby Art That Falls Apart | Kermis der Dingen 2024
Metropolitan Tilburg 2019 | Expo Bauchhund Berlin 2019 | JAPEN! Breda | Horror Vacui (expo) | Wall Art - tekening op muur
Drie wijven & Swarth Breda | Neue Galerie Landshut | Expo IDFX Breda | Expo Bauchhund Berlin | Wildwechsel Hamburg
// ON MUSIC // BETONFRAKTION
IN ENGLISH // Index | BETONFRAKTION |Gentleman Fight Night | Naked City Poems | On-Site Poetry // AUF DEUTSCH // Index
BETONFRAKTION | Neue Galerie Landshut | Ausstellung Bauchhund Berlin | Ich war die Krawatte von Prinz Claus | Abendland
Wildwechsel Hamburg | Gentleman Fight Night | On-Site Poetry // VIDEO'S // Index | Gentleman Fight Night | Dans de Orang Tilbo
Janine Ensslin // OVER HET WERK // Teksten over het werk // POESIE-INDEX // Poesie-index